Verhalen uit Baouan: 'Sculptuur'

Toen ze wilden vertrekken, merkten ze dat beider overjassen die steevast aan de haak aan de muur naast de achterdeur hingen, waren verdwenen. Ze zochten zonder resultaat gehaast, maar grondig het hele huis af, en begonnen aan diefstal te denken. Daarop checkten ze minutieus alle ramen en deuren om tot de ontdekking te komen dat deze allemaal potdicht en op slot waren. Ze besloten dat de jassen dus wel in huis moesten zijn en trokken naar hun moeder die ze in een diepe slaap op de sofa in de woonkamer aantroffen. Niet omdat ze hun ontbrekende kleding nu zo enorm belangrijk vonden, maar eerder om de gedachte dat de verdwijning een verontrustende oorzaak zou kunnen hebben een zwijgen op te leggen, wekten ze haar voorzichtig. Nog half versuft van de droom waaruit ze ontwaakte, ontkende deze helaas ten stelligste ze verplaatst te hebben. Een misselijkheid opwekkende knoop trok zich strak in hun maag, en een onverklaarbare inval plantte het onbetwijfelbaar lijkende idee in hun hoofd dat ze op de bovenverdieping de kamer van de jongste broer moesten doorzoeken. De prominente aanwezigheid van een op het midden van het bed achtergelaten, in een massieve blok zeep kunstig uitgesneden figuur domineerde het hele beeld dat ze bij het binnenkomen te zien kregen. In het sculptuur herkenden ze makkelijk een erg goede, gedetailleerde replica (van zowat een meter in lengte en een halve meter hoog en breed) van een gemotoriseerde boot met een kajuit op het dek. In de boeg waren met een vlijmscherp mesje een aantal moeilijk eenduidig te interpreteren frases gekerfd. Wel beseften ze dat het interieur van hun woonst niet zo onaangeroerd was als eerst gedacht, en concludeeren ze dat ze hun jassen vast niet zouden terugvinden. Vermits ze ondertussen erg krap in de tijd zaten, zetten ze het hele gegeven zo goed als mogelijk uit hun geheugen, gristen ze de concerttickets mee die ze enige weken eerder hadden afgeprint en vertrokken in allerijl vanuit de keldergarage met de fiets naar het optreden dat rond negen uur plaats vond. Ze waren er immers op gebrand het legendarische Bikini Kill (grondleggers van de Riot Grrrl-beweging die zich in de jaren 90, hun feministisch activisme dwars door een dikke muur van rammelende noise heen schreeuwend, vanuit de Amerikaanse noordwesthoek over de hele wereld verspreidde) op één van hun post-reünie tourdates aan het werk te zien.


Hoe dichter ze hun bestemming naderden, hoe vaker ze geconfronteerd werden met schijnbaar kriskras door de stad rijdende en lukraak in het landschap geplante politiepatrouilles. Blijkbaar kwamen die om welke redenen dan ook als bijen uitgezwermd vanuit het gigantische, in de hoogte rechthoekig oprijzende, moderne politiegebouw dat ze even later langs de ringweg passeerden. Alleszins werden ze niet geïnterpelleerd en wisten ze allen netjes te ontwijken.



Eens gearriveerd wurmden ze zich door heel wat gewemel naar de aardig gevulde zaal waar ze merkten dat ze niet de jongsten en zeker ook niet de oudsten onder de aanwezigen waren (naast de nieuwste smartphones, zouden ze later ondervinden, werden tijdens de show ook enthousiast wandelstokken en krukken de lucht in gestoken), en kwamen ze net op tijd om Bikini Kill energiek de toon te zien zetten met het aanstekelijk pompende, tegelijkertijd popgevoelige en door merg en been snijdende 'New Radio'. Begeleid door Sara Landeau (The Julie Ruin) op gitaar (en verder de originele bezetting) maakte frontvrouw Kathleen Hanna er van meet af aan een vocaal en motorisch expressieve performance van. Telkens Tobi Vail zich vanachter de drums repte om zich aan de microfoon de ziel uit het lijf te komen schreeuwen, en er enkele positiewissels werden doorgevoerd, kreeg de dynamiek een lichtjes veranderde, iets rauwere invulling. Zonder recent materiaal onder de arm (voor latere songs met nieuwere inzichten vond Hanna later in Le Tigre en The Julie Ruin een uitlaatklep) grasduinden ze zo door hun in de wereld van een jaar of dertig jaar eerder geschreven oeuvre. De relevantie van de aangesneden thema's stond evenwel nog steeds buiten kijf.

Hanna's aankondiging van enige bisnummer 'Rebel Girl' stond symbool voor de manier waarop de band in zekere mate gevangen zat in een verwachtingspatroon en hoe ze daarbinnen toch trachtten een deel van hun vrijheid te behouden en niet helemaal op te gaan in de eisen van de toeschouwers. Ze gaf daarbij duidelijk aan dat ze goed besefte dat niemand ook maar een seconde twijfelde aan wat zou volgen, al voegde ze er wat ironisch aan toe dat alleen de band besliste met welke feel de onvermijdelijke song gespeeld werd. Er scheen op de frontvrouw ook enigszins een gevoel van verplichting te drukken om tussen de nummers door maatschappelijk bewogen voor de dag te komen, en eerder had ze dan ook al kort een politieke boodschap de zaal in gestuurd, waarbij ze wel benadrukte dat ze het deed omdat omdat ze het zelf wilde, en niet vanwege de aanmaningen uit het publiek. Bikini Kill stond die avond immers geprogrammeerd in een hoog aangeschreven concerttempel waarheen enkel op bepaalde vlakken gelijkgestemden specifiek voor hen waren afgezakt, en waar preken voor eigen parochie zijn doel wat zou missen. Met enkel nog hier en daar een obligaat overkomende, licht opruiende opmerking het publiek in te slingeren, beperkte ze het intermuzikale activisme dan ook tot een minimum en liet de band vooral de muziek en lyrics, waar alle maatschappijke boodschappen immers al in zaten, voor zich spreken. Een dik uur lang demonstreerde het kwartet dat uit al hun engagement een heel arsenaal uiterst sterke en stilistisch gevarieerde songs ontsproten was, gaande van ballads ('Feels Blind') over melodieuze gitaarrock ('Carnival') en dreunende sludgegrunge ('Sugar') tot ziedende punk ('Double Dare Ya').

...





Reacties

Populaire posts van deze blog

Achtergrond Baouan: Interview Slow Bear - "terug meer op je instincten leren vertrouwen"

Verhalen uit Baouan: 'Vertrouwen'

Stories from Baouan: 'Art Cellar'