Verhalen uit Baouan: 'Vortex'

Nadat ze twee dagen aan het ziekbed van Mauk had gezeten, viel plots een sluier voor haar gezicht weg en keek ze door de ogen van haar ondertussen overleden moeder. Ze ging jaren terug in de tijd en vanaf de bestuurdersstoel zag ze in de reflectie van de achteruitkijkspiegel zichzelf als kind met opgetrokken knieën in de auto zitten. Ze herinnerde zich dat moment nog goed en bedacht met een zweem van melancholie dat ze er op dat moment nog niet de minste notie van had dat haar leven met rasse schreden een kantelpunt naderde.

Onderweg naar huis draaiden ze een omhooglopende oprit naar de ringweg rond de stad waar ze indertijd woonden, op, toen ze haar eigen stem – zij het die van tijden geleden – gedecideerd “Stop!” hoorde roepen. Haar moeder manoeuvreerde zo snel haar reflexen het toelieten naar de pechstrook, hield daar even halt en reed, meer dan enkele verkeersregels negerend, vastberaden achteruit tot waar ze haar veilig konden laten uitstappen voor een hoog betonnen gebouw waarnaast een kleine poort een weg naar het binnenplein open liet. “Hier was gisteren dat festival,” gaf ze droogweg mee, “ik ben daar iets vergeten.” Met zijn allen goed wetende dat Elenor daar geenszins aanwezig was, lieten ze haar – eerder ingegeven door een ongespecificeerd, vertrouwensvol weten dan door onverschilligheid of ongeïnteresseerde aanvaarding - doodgemoedereerd de wagen verlaten om op zichzelf haar zaken te gaan afhandelen. Zelfs haar adoptievader op de passagiersstoel gaf geen blijk van enige overdreven bekommernis. Al besefte ze nu dat zij nog steeds de enige was die wist wat zich vervolgens precies had afgespeeld.

Eens door de poort meanderde ze tussen haveloze groepjes achtergebleven feestvierders heen naar een korte, stenen trap om de hoofdingang van de blokvormige constructie te bereiken. Binnen stapte ze zonder aarzelen linea recta naar de kamer met verloren voorwerpen die op een hele rij gammele tafeltjes slordig gesorteerd uitgestald stonden. De nachtverpleegsterachtige verantwoordelijke keek stuurs en trachtte haar louter uit gewoonte naar een onwennige positie te manipuleren. Totaal ongevoelig voor de situatie, hoewel tot dan toe volledig onbeslist omtrent het doel van deze escapade wist ze met een heldere zekerheid meteen waar ze voor gekomen was zodra ze de afgeleefde, camouflagekleurige jutten rugzak zag. “Dat daar,” wees ze resoluut met haar slanke telepathische vingers, zonder ook maar enig besef te hebben wat zich binnenin bevond. Met een nauwelijks merkbare hoofdknik kreeg ze toestemming. De verbijstering moet van haar gezicht af te lezen geweest zijn toen ze de rugzak met opgewonden nieuwsgierigheid haastig opende, en een ordeloze hoop strak opgerolde stapeltjes bankbiljetten voor zich vond waar een doorsnee gezin best enkele maanden op kon overleven. Met een tollend hoofd aangaande wat dit allemaal te betekenen had, aarzelde ze voor het eerst langdurig terwijl ze haar gedachten op orde probeerde te krijgen. De verantwoordelijke zag haar twijfel, maar was ondertussen verbazingwekkend genoeg helemaal van stemming gewisseld, en spoorde haar met enthousiaste spoed aan alles zo vlug mogelijk mee te nemen en deze plaats zonder omkijken voorgoed achter zich te laten. Totaal geëxciteerd haastte ze zich in een onevenwichtig soort roes de trappen af en snel naar buiten.

Na niet meer dan een dik kwartier volledig ontspannen, onnadenkend het gewemel van de stad in zich opnemend, stilzwijgend te hebben zitten wachten zag haar moeder haar, de rugzak vol drugdealergeld verkrampt tegen haar borst geklemd, weer instappen, waarna Elenor nog steeds in een vlaag van opwinding haar fiat gaf door te rijden. De hele episode bracht bij haar moeder enkel een berustend gevoel van bevestiging van een reeds lang gekoesterd, sterk vermoeden naar boven. Dit nam niet weg dat ze die avond niet meer huiswaarts keerden, dat Elenors halfbroertje, waar ze geen afscheid van had kunnen nemen, zijn leven los van het gezin diende uit te bouwen, en dat ze zich onder hun gedrieën vanaf toen hoofdzakelijk onderweg zouden bevinden.

 


Terwijl ze er in haar kindertijd nooit bij stilstond, en ze nu over een gedegen klaarheid beschikte en zichzelf in de andere rol herkende, was er een periode geweest dat ze zich verbaasde dat ze zich nooit eerder verbaasd had over de vanzelfsprekendheid waarmee haar familieleden over de meest ongewone voorvallen heen gingen. Ze besefte dat het er bij anderen doorgaans niet zo aan toe ging. Als ze haar moeder hierop aansprak en in moeilijke momenten aangaf zich geïsoleerd te voelen, herhaalde die steevast het credo dat er spoedig een betere tijd aankwam, en dat ze ondertussen zoveel mogelijk kracht uit haar dromen moest proberen putten.

Gezeten in de ongemakkelijke ziekenhuisstoel daalde ze nog een hele poos verder af in het verleden. Als haar elfjarige moeder voelde ze de aanwezigheid van diens ouders achter zich, onderwijl een kom cornflakes met melk leeglepelend aan de keukentafel, toen ze langs haar neus weg zei dat ze zwanger was. De onverschilligheid waarmee ze dit meedeelde werd geëvenaard door de dito reactie van de impliciet aangesprokenen die getuigde van de onpersoonlijke relatie die ze binnen het gezin tegenover hun menselijke lichaam en bij uitbreiding deze realiteit onderhielden. Meer dan een praktische blijk dat de boodschap was doorgekomen kreeg ze niet te horen, en daar zat ze ook niet op te wachten. Hiermee was de zaak binnen de muren van hun huis dan ook zowat definitief afgehandeld. Voor Mauk Jensen die de buitenwereld nog over zich heen zou krijgen, gold dat echter niet. Mauk had het vaderschap nooit ontkend, wel zijn betrokkenheid in deze wereld. Met een geloofwaardige volharding hield hij ten stelligste vol Lurika nimmer in deze werkelijkheid te hebben ontmoet, laat staan te hebben aangeraakt, en verder beweerde hij onbetwistbaar van dezelfde leeftijd te zijn ook al leek zijn uiterlijke verschijning hem empirisch ongelijk te geven. Mede op basis daarvan werd hij na een fel gemediatiseerd, chaotisch proces tot langdurige opsluiting veroordeeld. De volgende dag puilden de kranten echter uit van diverse relazen over zijn merkwaardige ontsnapping. Wars van enig braakspoor noch bewezen corruptie van het gevangeniswezen vonden de cipiers, na een nochtans rustige nacht, zijn cel helemaal leeg. Het mysterie ligt tot op heden op schrift te vergelen tussen een stapel andere onuitgeklaarde zaken.

Op dezelfde lijn plaatste ze één van haar aangrijpendste vroege herinneringen toen haar verwondering nog groot was. Sinds ze het woord voor het eerst hoorde en had laten uitleggen, was ze van heel jonge leeftijd gefascineerd geraakt door telekinese. Van dat moment af maakte ze er samen met haar peuterbroertje een geliefkoosd samenspel van om zonder aanraking, met enkel mentale kracht en pseudomagische gebaren, kleine voorwerpen in beweging te krijgen. Hoewel ze in wezen wel doorhadden dat ze zich lieten meeslepen door in hun eigen fantasie opgewekte zinsbegoocheling, kirden ze toch geregeld enthousiast van de gemaakte opwinding telkens het ook maar mogelijk was de minste suggestie van een lichte verplaatsing op te merken.

 

 

Alleszins toch tot die avond waarop ze in kleermakerszit op de vloer van haar slaapkamer gedachteloos en routinematig de vaak uitgevoerde armbewegingen uitvoerde terwijl ze uit het raam naar de invallende nacht keek. Een handvol argeloos op de grond achtergelaten, veelkleurige knikkers zweefde – aanvankelijk aarzelend, al snel in een vlotte lijn – één voor één richting haar vingertoppen. Voor ze die effectief bereikten vielen ze echter langzaam in een boog terug naar beneden om dan het oorspronkelijke patroon in een loop te herhalen. Zo cirkelden ze al een tijdje als een tweedimensionale vortex tussen haar rechterhand en de vloer zonder dat ze er zich bewust van was. Ze werd het pas abrupt gewaar toen een aanzwellende luchtstroom de deur achter haar met een knal naar binnen open blies, alles wat los stond of hing met een ontstellende kracht tegen de tegenoverliggende muur kwakte en de kamer agressief met een kille arctische lucht vulde. Meteen omknelde een ijzingwekkende angst haar hart terwijl ze op hetzelfde moment ook nog eens ten gronde merkte dat ze effectief tot de natuurkunde tartende handelingen in staat was. Instinctief, hoewel panisch, stond het voor haar vast dat het allemaal voorbij zou zijn als ze, met het volle gewicht van haar tengere lichaam haar rug verwoed achteruit duwend, de nog steeds naar binnen geblazen deur zou kunnen sluiten. Gedurende enkele minuten vocht ze een ongevraagde maar uiteindelijk gewonnen strijd uit met de openklapperende deur tot de wind effectief even plots als hij opkwam ging liggen. In een soort shocktoestand haastte zich snel naar het kinderbed van haar broertje en nestelde zich in alle krapte naast zijn slapende lichaam, wat echter enkel het allerkleinste topje van haar immense ontzetting kon lenigen. De volgende dag drong ze er bij haar ouders op aan een andere kamer te krijgen. Verder heeft ze - aanvankelijk wegens de schok, later vanwege de trivialiteit - hier nooit tegen niemand met geen woord over gerept.

Moest Mauk ontwaken, zou ze hem er alsnog naar vragen. 







Reacties

Populaire posts van deze blog

Achtergrond Baouan: Interview Slow Bear - "terug meer op je instincten leren vertrouwen"

Verhalen uit Baouan: 'Vertrouwen'

Stories from Baouan: 'Art Cellar'